‘Verduurzaming chemische industrie gaat hand in hand met circulaire economie’
De organisatie 'Groene Chemie Nieuwe Economie' heeft al flinke stappen gezet om de chemiesector te verduurzamen, zegt voorzitter Arnold Stokking.
De verduurzaming van de chemiesector vraagt om de recycling van grondstoffen, in combinatie met innovatieve, duurzame elektrificatieoplossingen. Voorzitter Arnold Stokking van ‘Groene Chemie Nieuwe Economie’ vertelt over de laatste ontwikkelingen.
Ketenvorming, financiering en passend overheidsbeleid blijven van essentieel belang voor een CO2-vrije toekomst van de chemiesector. Volgens Arnold Stokking, naast voorzitter van Groene Chemie Nieuwe Economie ook directeur van kennisinstelling Brightsite, is er in die zin weinig veranderd sinds afgelopen februari. Toen lanceerde ENZuid de actieagenda ‘Groene Chemie, Nieuwe Economie’. Daarmee werd het officiële startsein gegeven aan de uitvoering van de agenda door een coalitie van bedrijven, regionale clusterinitiatieven, financiële en kennisinstellingen en overheden. Sindsdien is de urgentie alleen maar verder toegenomen.
Terug naar wat u destijds de bottleneck voor de verduurzamingsinspanningen noemde: ketenvorming financiering en beleid. Hoe staat het ervoor; om te beginnen met de coalitievorming?
We hebben belangrijke stappen gezet naar nieuwe coalitiepartners. Naast de zuidelijke provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland, zijn ondertussen ook Groningen en Zuid-Holland bij Groene Chemie, Nieuwe Economie aangehaakt. Dit betekent een uitbreiding naar maar liefst vijf provincies. Waarmee de deelname van zo’n beetje alle grote chemieclusters in het land is gegarandeerd. Daarmee is onze impact niet langer regionaal, maar interregionaal en zelfs nationaal.
Ketenvorming is en blijft een belangrijk element. Groene Chemie Nieuwe Economie richt zich met name op cross-sectorale ketens. De organisatie legt de verbinding met de agro-sector en de afvalbranche, maar ook met de hightech industrie en de chemiesector. In zulke verbindingen tussen grote sectoren in Nederland is veel innovatie gaande. Dit levert veel kansen voor nieuw ondernemerschap op het gebied van bijvoorbeeld de toelevering van hernieuwbare grondstoffen en elektrische apparaten aan de chemie.
De verbinding tussen de chemie- en de hightech-sector is bijzonder. Een mooi voorbeeld hiervan is plasmatechnologie, die straks de hitte in de processen moet leveren die nu nog wordt bereikt met fossiele brandstof.
Kennis en kunde van plasmatechnologie is in de hightech-sector bekend van kernfusie. Het NWO-instituut DIFFER in Eindhoven doet daar onderzoek naar.”
Wat maakt de financiering van groene chemie zo ingewikkeld?
“Cleantech, waarbij het gaat om technologische oplossingen voor de klimaattransitie, is een veld waar de financiële wereld zich steeds meer op richt. Die ontwikkeling is ingezet met asset light investeringen in bijvoorbeeld software-oplossingen rond smart meters voor het balanceren van het net. Door prijsverlagingen en daarmee gepaard gaande volumeverhogingen van zonnecellen, windmolens en elektrolysers komt er ook meer interesse voor hardware investeringen. Desalniettemin blijft het lastig om venture capital voor de chemiesector te interesseren. Dit heeft te maken met de bijzondere risico’s die daarbij en rol spelen. Hoe ontwikkelt zich bijvoorbeeld de CO2 prijs? Welke instrumenten maakt de overheid hiervoor beschikbaar? En hoe worden duurdere oplossingen beschermd tegen op fossiele grondstof gebaseerde oplossingen uit verre windstreken? Ook is er lange adem nodig voor het segment ‘deep tech’, vergelijkbaar met de hightech-sector van machinebouw.
Bijzonder trots ben ik dan ook op de ontwikkelingen rond het Nationale Groeifonds. Groene Chemie Nieuwe Economie is betrokken bij maar liefst drie groeifondsaanvragen: eentje op het gebied van thermo-chemische recycling van materialen en eentje op het gebied van plasmatechnologie. Bij de derde aanvraag, Agri Based Chemicals, een landelijk initiatief waarbij suiker wordt ingezet als grondstof, treedt Groene Chemie Nieuwe Economie zelfs als mede-trekker op. Daarnaast hebben de vijf provincies waar de grote chemieclusters zich bevinden, ons een ondersteuning voor twee jaar toegezegd. Dit stelt ons in staat om te professionaliseren.”
Wat moet er veranderen?
“Het brede spectrum van de maakchemie, voor alle duidelijkheid chemie voor producten en niet voor brandstoffen, omvat de productie van diverse soorten plastics voor onder meer de verpakkingsindustrie, automobielindustrie en isolatiematerialen. Daarnaast is er sprake van een grote kunstmestindustrie in Nederland.
Voor de verduurzaming van deze sector ligt de nadruk op schoner produceren met behulp van elektrificatie en op het gebruik van hernieuwbare grondstoffen uit landbouw, bosbouw en recycling. Uiteindelijk moeten ook alle producten goed recyclebaar worden. En gaat de verduurzaming dus hand in hand met de circulaire economie.
Hiervoor zijn wel aanpassingen nodig aan de wet- en regelgeving, waaronder de huidige milieu- en veiligheidsvoorschriften. Om een voorbeeld uit de recycle-branche te noemen: gebruikt verpakkingsmateriaal van voedsel heeft een afvalstatus. Om die materialen weer als grondstof in te kunnen zetten voor nieuwe verpakkingen moeten ze de status “einde afval” verkrijgen. Om hier verandering in te brengen is een nieuwe regelgeving voor de kwaliteit van voedsel nodig. Groene Chemie Nieuwe Economie dergelijke urgente kwesties om de vergroening te versnellen.”
Hoe belangrijk is de recycling van materialen voor de chemiesector met het oog op de Circulaire Economie en de grondstoffentransitie?
“Heel belangrijk! Bij de recycling van verpakkingsmaterialen zou ik dan ook graag twee innovatieve bedrijven uit willen lichten die daar een sleutelrol in vervullen. Zo speelt Avantium een pioniersrol bij het vervaardigen van bioplastics die tevens uitstekend recyclebaar zijn. Corbion loopt voorop als het gaat om de productie van op suiker gebaseerde kunststoffen, zoals isolatiemateriaal voor de gebouwde omgeving.
Binnen de bouwsector speelt de grondstoffentransitie in het kader van de Circulaire Economie al wat langer. Dat gaat niet alleen over isolatiematerialen maar ook over allerlei andere grondstoffen, in het bijzonder hout. Hout is een perfecte binder van CO2. Woon je in een oud huis? Dan kun in ieder geval van één ding verzekerd zijn: dat alle planken en balken in je huis al jaren een hoop CO2 vasthouden dat ooit in de atmosfeer zat. Waardoor het dus niet langer bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Bij het zagen van planken gaat echter een flink deel van de boom ‘verloren’: de kruin, de wortels, maar ook een deel van de ronde stam. Deze delen van de boom vertegenwoordigen 50 procent van al het hout. Maar dat is geen afval! Er bestaat binnen de Circulaire Economie namelijk helemaal geen afval meer, alleen maar grondstof.”
Er is recentelijk een belangrijk initiatief gestart voor het gebruik van plasma binnen Brightsite, partner in Groene Chemie Nieuwe Economie. Hoe belangrijk is deze innovatieve technologie voor de verduurzaming van de chemiesector?
“Plasma dient ter vervanging van de verbranding van aardgas voor hogetemperatuurprocessen die nodig zijn in de chemie. Met de oprichting van het Plasmalab in Geleen hebben we ingezet op een innovatieve, duurzame hogetemperatuurtechnologie die ik ook wel eens omschrijf als ‘De vlam die niet brandt’. Bij plasmatechnologie worden moleculen gesplitst en gesynthetiseerd. Het is een proces waar veel energie mee gepaard gaat. Met plasma gaat er, in tegenstelling tot de verbranding van gas, niet alleen geen CO2 de lucht in, ook is het goed controleerbaar en uitermate efficiënt. Vergelijk het met de motor van een elektrische auto of met koken op een inductieplaat: er gaat daar vrijwel geen energie bij verloren. De verwachting is dan ook dat dit type hogetemperatuurprocessen een echte game changer voor de chemie gaan worden.”
Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op Innovation Origins.