Opschalen met Groene Chemie, Nieuwe Economie
Het programma Groene Chemie, Nieuwe Economie (GCNE) laat goed zien waar een gezamenlijke aanpak toe kan leiden. Gestart in 2020 bij ENZuid, heeft het geleid tot intensieve samenwerking met veel meer partijen op nationaal niveau, zo liet GCNE-voorzitter Arnold Stokking zien.
Met deelname aan groeifondsen, financiering en ondersteuning van innovaties en het stimuleren van passend beleid voor de grondstoftransitie is veel bereikt. Toch is er nog genoeg te wensen volgens Stokking. Er is heel veel kennis beschikbaar in de wetenschap maar nu gaat het erom deze te gebruiken. De nieuwe en oude economie hebben elkaar nodig en samenwerking tussen deze twee maakt Nederland uniek. In het bijzonder pleitte hij voor een investeringsagenda en betere financierbaarheid: er is veel geld beschikbaar maar toegang voor een bedrijf is niet eenvoudig.
Successen zijn er zeker, zo lieten Marissa de Boer van Susphos en Silvester Bombeeck van Slibverwerking Noord-Brabant zien. Samen werken ze aan de bouw van een eerste fabriek die fosfaat gaat produceren uit zuiveringsslib. Een interessant product is ook een vorm van cement voor de bouw. Drempels zijn er wel: van het tijdig verkrijgen van de milieuvergunning tot netcongestie en problemen rond de eindeafvalstatus. Ook blijken veel subsidies nog steeds gericht te zijn op klimaat en niet op circulariteit.
Marcel van Berkel van Plantics nam de aanwezigen mee in de ontwikkeling van hun biobased hars die wordt geproduceerd uit plantenresten. Het wordt toegepast als papiercoating, als binder in plaatmateriaal en als basismateriaal voor isolatieschuim. Inmiddels zijn veel toepassingen succesvol getest en zal de komende jaren de focus liggen op commercialisering en opschaling, ook richting de bouwsector.