Transitie in chemiesector: veel kansen, maar dan moeten overheid en financiële wereld wél meebewegen
Op 24 februari 2021 werd de actieagenda 'Groene chemie, nieuwe economie' gepresenteerd. Tijd voor een update: hoe staat de uitvoering van de agenda ervoor en waar lopen ondernemers tegenaan?
“We zijn beland in een nieuwe fase. Dat is goed nieuws: investeerders steken steeds meer geld in clean tech. Daarbij gaat het vaak nog om asset light investeringen, zoals IT toepassingen. Maar, door ontwikkelingen in techniek achter bijvoorbeeld windmolens en elektrolysers, wordt er ook steeds vaker geïnvesteerd in deep tech.” Deze bemoedigende woorden van voorzitter Arnold Stokking vormen de opening van de online update van de actieagenda ‘Groene Chemie, nieuwe economie’ eerder deze maand. De actieagenda bestaat uit 22 concrete actiepunten en is een initiatief van het Economisch Netwerk Zuid Nederland (ENZuid). Inmiddels wordt de agenda door vijf provincies – Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland – gesteund. Een belangrijk punt dat de agenda aandraagt om de vergroeningsslag te kunnen maken in de chemiesector is een integrale benadering vanuit drie invalshoeken: ketenvorming tussen verschillende sectoren, financiering en vernieuwde regelgeving.
Bij de toelevering van duurzame productieprocessen aan de industrie – of het nu om kunstmest, hernieuwbare energie of plastic gaat – ligt volgens Stokking een kans voor ondernemers. Hij noemt de enorme groei van plastic (van 400 Mt in 2018 naar 1.200 Mt in 2050) als voorbeeld. “Voor fossielvrije productie van plastic bestaan drie oplossingsroutes: recycling, bio-based en CO2-based. Al die routes staan nog aan het begin, daar liggen ongelooflijk veel kansen voor nieuw ondernemerschap in diverse sectoren. Ook in alternatieve energie ziet Stokking oneindig veel mogelijkheden voor de groene chemie. Zo verwijst hij in zijn verhaal naar the flame that doesn’t burn: een nieuwe technologie waarbij warmte uit een energiedrager onttrokken kan worden, zonder feitelijke verbranding. “Afgelopen week is er in Geleen een laboratorium geopend waar voor dat doel volop aan de techniek van het splitsen en synthetiseren van moleculen gewerkt gaat worden.”
Ketenvorming
Voor een vergroening van de chemiesector moeten er ketens gevormd worden met andere branches als de landbouw-, bosbouw-, hightech-, en afvalsector. Stokking: “Stuk voor stuk sectoren waar Nederland heel sterk in is, dus dat is heel spannend. Uit die sectoren moeten nieuwe kennis, kunde en toeleveringen komen voor de chemie.” Een belangrijke drijfveer van de actieagenda is het faciliteren van verbindingen tussen de verschillende sectoren en het aanjagen van cross sectorale ketenvorming, gericht op nieuwe groene kunststofproducten.”
“Wij hebben een techniek ontwikkeld waarmee we waterstof kunnen produceren op basis van biogrondstoffen”, aldus Marc van Doorn, CEO van BrighH2. Hij is een van de drie ondernemers die in het tweede deel van de bijeenkomst aanschuift om te vertellen over de obstakels die zijn bedrijf het hoofd moet bieden. “Daarmee werken we intensief samen met andere sectoren. Netwerken is voor ons dus heel belangrijk. Daarin speelt de coalitie GCNE een belangrijke rol.”
Stevig beleid en nieuwe wet- en regelgeving
Als nieuwe grondstoffen en elektrische systemen – die aanvankelijk te duur waren – moeten concurreren met fossiele processen, is stevig beleid van de overheid onmisbaar. “De overheid moet fors inzetten op kennis en infrastructuur voor de transitie. Anders redden we het niet”, aldus Stokking.
Ook bij het herzien van huidige wet- en regelgeving, is een rol weggelegd voor de overheid. In een circulaire economie kan het niet anders, dan dat afval voor veel productieprocessen een beginpunt of grondstof is. Van die ‘afvalstatus’ afkomen, is binnen de huidige wet- en regelgeving gecompliceerd, vertelt Victor Vreeken, CEO van Black Bear Carbon (BBC). BBC onttrekt koolstof en olie uit versleten autobanden. Het basismateriaal voor het productieproces wordt door de huidige wet- en regelgeving gecategoriseerd als afval, terwijl het voor BBC juist een grondstof is. Vreeken: “Het is als toeleverancier onze verantwoordelijkheid om ergens in de supply chain de omschakeling van ‘afvalstatus’ naar ‘productstatus’ te maken.” Vreeken vindt dat er nu nog “onhandige formuleringen” gehanteerd worden waarbinnen weinig handvatten worden aangereikt. Van Doorn bevestigt dit. “Om zeer begrijpelijke veiligheidsredenen zit de wetgeving nu helemaal dichtgetimmerd. Sommige afvalstromen zijn echt afval en kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu. Maar, dat maakt het voor circulair ondernemen wel lastig, want je wilt het juíst opengooien, zonder dat je weer in dezelfde problemen als vroeger terecht komt.”
Financiering
Financiering en het vinden van geschikte investeerders is voor ondernemers in de groene chemie een grote uitdaging. Van Doorn: “We staan te trappelen om op te schalen en een fabriek te bouwen, maar hij staat er nog niet. De stappen die wij moeten zetten zijn kapitaalintensief. We hebben één schaap nodig dat de dam overgaat. Dan zeggen anderen: als jij gaat, haak ik aan. De coalitie GCNE biedt de mogelijkheid om in een vroege fase de ontwikkeling net dat ene zetje te geven.”
Human factor-uitdaging en gebrek aan kennis
Een ander belangrijk punt dat de ondernemers aandragen is de human factor-uitdaging. Roger Blokland, CEO van Relement, merkt dat er een tekort is aan goede mensen in de sector. “We hebben heel hard nieuwe mensen nodig. Ik hoop dat de actieagenda een bepaalde sfeer creëert die nieuwe studenten aantrekt en laat zien dat de sector grootschalig inzet op verduurzaming.”
Op de vraag of er een gebrek aan kennis is over chemie in de financiële wereld, antwoorden de drie ondernemers zonder aarzeling instemmend. Vreeken: “Investeerders realiseren zich vaak niet dat opschalen in onze sector tijd en moeite kost: de chemie moet vertaald worden naar technologie en uiteindelijk naar een fabriek. Het duurt langer voordat je met concrete resultaten kunt komen.”
Blokland vult aan dat de financiële wereld zou moeten inzien dat er veel kansen liggen, maar dat de kansen er anders uitzien. “Als mijn bedrijf straks op een duurzame manier verf kan produceren, kunnen we dat voor altijd doen. Het is dus moeilijker om er te komen, maar als het lukt, heb je een hele vaste geldstroom voor een hele lange tijd.” Bovendien vindt hij het lastig om chemie aaibaar en begrijpelijk te maken. “Bij buurlanden zie ik dat bedrijven uit de sector ook in fondsen zitten. Dat is volgens mij een goede oplossing, nu ontbreekt het bij veel investeerders aan kennis. Wellicht is dat iets wat de coalitie GCNE kan oppakken.”