Gé Moonen: ‘Circulaire economie mag ook best een beetje pijn doen’
Onder leiding van Gé Moonen groeide Moonen Packaging uit tot de ‘groenste onderneming’ in Midden-Limburg. Als Keyport-ambassadeur streeft hij naar verdere verduurzaming van de regio.
Toen Gé Moonen in 2007 Moonen Packaging overnam, een groothandel in verpakkingsmaterialen, stond voor hem één ding vast. Hij wilde van het familiebedrijf een duurzame onderneming maken. Daar is hij aardig in geslaagd: Moonen Packaging werd in 2011 tot ‘groenste onderneming’ van de regio uitgeroepen. Ondanks die onderscheiding is hij toch een andere weg ingeslagen en heeft hij in 2019 het familiebedrijf verkocht. Tegenwoordig is hij voorzitter en ambassadeur van Keyport, samenwerkingsverband tussen bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen in Midden-Limburg en de Brabantse gemeente Cranendonck, en zet hij zich met ziel en zaligheid in om zijn kennis van duurzaam ondernemen op anderen over te brengen.
Hoe ben je destijds op het idee gekomen om duurzaam te ondernemen?
De onderneming begon ruim 65 jaar geleden op bescheiden schaal. “We waren eigenlijk een kruideniersbedrijf dat leverde waaraan particulieren en kleine ondernemers behoefte hadden”, schetst Moonen de toenmalige omstandigheden. “Toen ik in 2007 het bedrijf van mijn vader overnam was ik halverwege de dertig. En ik dacht: hoe zal ik straks als ik oud ben op mijn leven terugkijken? Hoe zullen mijn kleinkinderen over mij denken? Dan wil ik niet alleen herinnerd worden door de hoeveelheid geld die ik heb verdiend.
Verpakkingen gingen destijds gepaard met een enorme hoeveelheid plastic. Zoals disposables: bakjes, koffiebekers en roerstaafjes die na een kort gebruik in de afvalbak en vervolgens in de verbrandingsoven belandden. Het was destijds een kwestie van: in de fik ermee en klaar. Maar al die plastic producten werden gemaakt van aardolie, waarvoor honderden miljoenen jaren nodig waren om in de natuur te komen, en die wij vervolgens na 10 seconden weer weggooiden. In die tijd had nog vrijwel niemand van circulaire economie gehoord, maar ik dacht: dat moet toch anders kunnen? Hoe kunnen we onze producten duurzaam maken? Op een manier waarbij de productie en het gebruik meer in balans is?
Met Moonen Packaging waren wij destijds één van de grootste bedrijven van Nederland op verpakkingsgebied. Ik wilde voortaan echter alleen nog maar producten verkopen waarbij maximaal 1 jaar nodig is om aan de grondstof te komen. Zo zijn we uitgekomen op suikerriet en tapioca. Gewassen die in Azië veel worden verbouwd voor de papierproductie, maar waarbij niets met de reststromen werd gedaan. Die gebruikten wij als grondstof voor onze producten, zoals bakjes en bekertjes voor de koffie. Behalve dat ze 100% duurzaam waren, waren die producten ook nog eens volledig composteerbaar: circulair dus.”
Hoe heb je je medewerkers in die transitie meegekregen?
“Wij zijn daar voortdurend over in gesprek geweest: hoe gaan we dat doen? Dat is ook het mooie van het duurzaamheidsvirus. Als je er eenmaal door bent gegrepen, laat het je ook niet meer los. We gingen steeds meer dingen bedenken wat we duurzamer konden doen.”
Welke resultaten heb je daarmee geboekt? Niet alleen in termen van CO2-besparing maar ook maatschappelijke impact?
“De laatste jaren was 25 procent van onze omzet in duurzame brandstoffen, oftewel 100 procent afval in de zogenaamde ‘secundaire stroom’. Het suikerriet dat voor onze verpakkingsmaterialen als grondstof diende werd immers niet voor ons geplant. Daarmee bereikten wij niet alleen 40.000 ton CO2-reductie op jaarbasis, maar hebben wij ook de aanzet gegeven voor de recycling van zo’n beetje alles wat je tegenwoordig aan ‘disposables’ ziet. Zoals die kartonnen schaaltjes waar supermarkten tegenwoordig vlees in bewaren, maar ook bekertjes van karton met een bioplastic laagje eromheen. Karton werd overigens toen ook al gerycled, plastic nog niet.
Al gaande werd ik daarnaast steeds vaker gevraagd om lezingen te geven. Op scholen, maar ook bij bedrijven die met duurzaamheid aan de slag wilden.”
Hoe pas je de als ondernemer opgedane inzichten toe binnen je huidige functie bij Keyport?
“Ik wil graag kennis verspreiden. Dat doen we bij Keyport middels de samenwerking met heel veel verschillende partijen: naast bedrijven ook scholen en onderwijsinstellingen, financiële instellingen evenals de overheid. Ik wil mijn kennis van ondernemerschap overbrengen. Daarnaast heb ik dertig jaar ervaring met duurzaamheid.
Er is nog onvoldoende kennis over circulariteit: het kennisniveau moet echt omhoog! In plaats van theorie overbrengen richt ik me daarbij liever op inspiratie-sessies: hoe krijg je mensen enthousiast voor circulair ondernemen? Ik kijk daarbij vooral naar kansen. Hoe zouden bijvoorbeeld al die agrarische bedrijven in Limburg als grondstofleverancier voor de chemische industrie kunnen dienen? Dat is ook de boodschap van circulaire economie: kijk niet naar wat er niet kan, maar denk in termen van kansen!”
Wat moet er, als het aan jou ligt, gebeuren, om de circulaire economie mainstream te maken?
“Met Keyport zijn we behalve regionaal ook op nationaal en internationaal niveau bezig de krachten te bundelen. Een voorbeeld is de taskforce Circulaire Economie Limburg, waarmee we met werkgeversorganisaties, provincie, de regionale ontwikkelingsmaatschappij LIOF en andere triple helix organisaties een boost willen geven aan de circulaire gedachte in Limburg.
De inzet van circulaire economie is om alle splintertjes bij elkaar te verzamelen, zodat ze samen een knuppel vormen. Als ik de plannen van het nieuwe kabinet bekijk, denk ik: het zijn mooie plannen, maar het kan nog veel beter! Stop met excuses bedenken en pak het groots aan. Als er alternatieven zijn, waarom gebruik je die niet? Circulaire economie is meer dan een deukje in een pak boter slaan: het mag ook best een beetje pijn doen.”
Lees ook deze artikelen uit de serie:
Jacqueline Cramer: ‘Circulaire economie vraagt om netwerksturing’
Wim Twigt: ‘Alles wat je niet afbreekt hoef je ook niet opnieuw te bouwen’
Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen EnZuid en Innovation Origins. Auteur: Erzsó Alföldy